dinsdag 8 december 2009

Soberheid troeft en weinig toeschietelijk

Er is geen ontkomen aan. Wie het oeuvre van Arjan Janssen (1965) overziet, denkt aan Holland. Aan Mondriaan om precies te zijn. Janssens werk is geometrisch, afgedwongen en streng. Maar daar waar Mondriaan nog enige frivoliteit aan de dag legt in geel, rood en blauw, houdt Janssen het meestal op zwart, grijs en wit. In deze non-kleuren tekent en schildert hij rasters, lijnen en vlakken, uiterst minutieus en geconcentreerd op doek of papier. Soberheid troeft en weinig toeschietelijk zou je denken. Maar dat valt mee. Dat wil zeggen, die stroeve, laten we zeggen calvinistische trekjes heeft Janssens werk zeker, maar die staan ook garant voor de heldere opbouw ervan.

Daar staat tegenover dat zijn oeuvre spreekt door zijn materialiseert. Wie Janssens werken goed bekijkt ervaart de aanwezigheid van het materiaal, met name in de tekeningen. De grijze potloodlijnen die in dikke lagen over elkaar op het papier liggen. Het papier dat licht is gesleten, glimt en bolstaat. De splintertjes grafiet die kleine vlekjes veroorzaken, sporen die de hand van de kunstenaar verraden. Die zintuiglijke ervaring en zijn zware, zwarte dimensie zijn niet voor niets vaak Janssens katholieke kant genoemd. Die dualiteit tussen de strenge heldere indeling en de sporen van het maakproces kenmerkt het werk van Janssen. Aanvankelijk schilderde Janssen vooral rasters, hele netwerken van over elkaar liggende lijnen die, heel effectief, een illusie van diepte suggereerden. Hij ontdekte het doek als plat vlak en de ruimte achter de lijnen leek eindeloos. In zijn huidige werk concentreert Janssen zich op een heel andere manier van ruimte. Steeds opnieuw verhouden vlakken en lijnen zich tot elkaar, het doek en de ruimte. Ze lopen deels over elkaar heen of achter elkaar langs, maar Janssens doeken dwingen op een zen-achtige manier tot kijken en concentreren. Dan kun je er alle kanten mee op.

Bron: Kunstbeeld.nl

Samenvatting:

Iedereen, zeker in Nederland is wel bekend met Mondriaan, de rode, gele en blauwe vlakken zijn zeer typerend en worden altijd aan hem gekoppeld. Nu valt er nog meer aan te koppelen, Arjan Janssen, geboren in 1965 te Eindhoven. Zijn werk is zeer geometrisch en streng, hij maakt net als Mondriaan gebruik van vlakken, alleen waar Mondriaan gele, rode en blauwe vlakken in zijn werken gebruikt zie je bij Janssen alleen de non-kleuren zwart, wit en grijs. Zijn vlakken, lijnen en rasters zijn uiterst geconcentreerd en secuur op het doek aangebracht.

Zijn huidige werk is opvallend anders, wel zijn hier de vlakken nog sterk aanwezig. Maar nu lopen zij over elkaar heen of onder elkaar door. Waardoor er meer diepte ontstaat, alsof je om het hoekje kan kijken. Blijf met een lang en leeg gevoel naar het werk van Janssen kijken dan zie je dat het ook een grote meerster is. Wie weet een eigen Mondriaan.

Mening:

In eerste instantie vond ik het werk van Janssen niet heel erg mooi. Wel val ik voor het weinige kleur gebruik, ik hou van doeken in zwart wit tinten. Naar mate ik wat meer werk van hem had gezien waren er toch wel dingen die mij aanspraken. Ook staan er op zijn website mooie dingen die in ruimtes zijn geplaatst, er is hier een waar lijnen spel ontstaan. Hier soms wel met wat kleur, maar het komt goed tot zijn recht.
Zijn meest recente werk zijn compleet zwarte doeken, maar er zit (na even goed kijken) toch wel een contrast in, dit vind ik wat minder werk van hem. Ik hou meer van de Mondriaan-achtige vlakken.
Janssen zou ook niet een kunstenaar zijn waar ik het werk absoluut een keer van gezien moet hebben, natuurlijk als ik het tegen zou komen zou ik zeker er de tijd voor nemen om ernaar te kijken, om te zien en voelen wat de kunstenaar probeert uit te vertellen. Of ik dat zal ervaren, geen idee. Misschien toch maar een kijkje gaan nemen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten